Bij overgewicht en ziekten die door overgewicht kunnen worden veroorzaakt (zoals hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type II en gewrichtsklachten) wordt dikwijls een energiebeperkt dieet aanbevolen.
Het doel is het lichaamsvet en daarmee het lichaamsgewicht te verminderen.
Dit kan door minder energie op te nemen zodat het ‘overtollige’ lichaamsvet als energiebron gebruikt gaat worden.
Van de energieleverende voedingsstoffen eiwitten, vetten, koolhydraten en alcohol leveren vetten bij afbraak de meeste energie.
Daarbij verhoogt een voeding met te veel vet de kans op hart- en vaatziekten.
Consumptie van halfvolle en magere voedingsmiddelen en een vetarme bereidingswijze verdienen daarom de voorkeur.
Bij laag energetische voedingen is het van belang dat de gebruikte voedingsmiddelen in de dagelijkse behoefte aan vitamines en mineralen voorzien.
Dit is mogelijk als voedingsmiddelen worden gebruikt met een hoge voedingsstoffendichtheid.
Dit zijn voedingsmiddelen die, ten opzichte van de hoeveelheid energie die ze leveren, veel voedingsstoffen bevatten.
Ze kunnen dus een aanzienlijke bijdrage leveren aan de dagelijkse behoefte aan voedingsstoffen.
Suiker en alcohol hebben een zeer lage voedingsstoffendichtheid. Mager vlees en vis daarentegen, zijn voedingsmiddelen met een hoge voedingsstoffendichtheid.
Het is rijk aan eiwitten, verschillende mineralen en vitamines.
Vlees is een belangrijke bron van B- vitamines.
Vooral de vitamines B1, B6 en B12 komen veel in vlees voor.
Bij de bereiding van vlees gaan deze, in water oplosbare, vitamines over in het waterige gedeelte van de jus.
Ook als het gestolde vet van een magere jus wordt afgeschept, blijven de B- vitamines voor het grootste gedeelte behouden. Datzelfde geldt voor de smaak van deze magere jus.
Energie wordt uitgedrukt in kilojoules (kJ) of kilocalorieën (kcal).
1 gram eiwit levert 17 kJ (4kcal)
1 gram vet levert 38 kJ (9kcal)
1 gram koolhydraten levert 17 kJ (4 kcal)
1 gram alcohol levert 29 kJ (7 kcal).